Wet inkomstenbelasting 2001 art. 6.19 ( tekst 2015)
6.19 Verhoging uitgaven voor specifieke zorgkosten
Verhogingsfactor 1 Het bedrag aan uitgaven, bedoeld in artikel 6.17, eerste lid, onderdelen b tot en met g , wordt verhoogd met: 2 Indien de belastingplichtige gedurende het gehele kalenderjaar een partner heeft, worden de uitgaven, bedoeld in artikel 6.17, eerste lid, onderdelen b tot en met g , van de belastingplichtige en de partner samengevoegd en geldt voor de toepassing van het eerste lid in plaats van het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek het gezamenlijke bedrag van de verzamelinkomens van de belastingplichtige en zijn partner vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek. Indien het gezamenlijke bedrag van de verzamelinkomens van de belastingplichtige en de in de eerste volzin bedoelde partner, vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek, niet te boven gaat het bedrag dat is genoemd in de tweede regel van de tweede kolom van de tabel in artikel 2.10a, eerste lid , en de belastingplichtige bij het begin van het kalenderjaar de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet , niet heeft bereikt, maar de partner bij het begin van het kalenderjaar de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, wel heeft bereikt, wordt in afwijking in zoverre van het eerste lid het bedrag aan uitgaven, bedoeld in artikel 6.17, eerste lid, onderdelen b tot en met g , verhoogd met 113%. 3 Het tweede lid is ook van toepassing indien de belastingplichtige op grond van artikel 2.17, zevende lid, eerste volzin , geacht wordt het gehele kalenderjaar een partner te hebben gehad.